De collegezaal van de toekomst is laptopvrij (2017)

Thomas Crombez is docent aan de Kon. Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (AP Hogeschool) en aan de Sint Lucas School of Arts Antwerpen. Hij is ook gastdocent aan de Universiteit Antwerpen.

Aan het begin van dit academiejaar (september 2017) nam ik een besluit. Ik vertelde aan mijn studenten dat de colleges van dit jaar ‘schermvrij’ zouden verlopen. Dat betekent: het gebruik van smartphones, tablets én laptops is niet toegelaten.

Dat je studenten vraagt om hun telefoon uit te schakelen, ligt voor de hand. Berichten versturen, mailen en bellen horen niet thuis in een college. Maar een laptop, die dient toch om notities te maken?

Waarom ik die beslissing nam, en hoe het afliep, kunt u hieronder lezen.

Infobesitas

De afgelopen jaren werd ik, net als veel collega’s uit het hoger onderwijs, danig gefrustreerd. Praten tegen een zee van laptops is niet fijn.

Clay Shirky, nota bene een docent social media aan New York University, vroeg zijn studenten in 2014 al om hun laptops weg te stoppen. Yra van Dijk (Universiteit Leiden) deed twee jaar later de laptop in de ban. En begin dit academiejaar ondernam een departement van de PXL Hogeschool in Limburg het opmerkelijke experiment om laptops in alle lessen te weren.

Waarom? De verklaring is eigenlijk eenvoudig. Lesgeven is communiceren. Wie zich achter een laptop verschuilt, verstoort die communicatie.

Dat laptops zouden dienen om notities te nemen, klinkt goed in theorie. Maar wie gaat kijken op de schermen van zijn studenten ziet dat ze ook worden gebruikt om te mailen, aan taken te werken, te Facebooken of spelletjes te spelen.

Het is een euvel dat heus niet alleen studenten treft. Ook wie een vergadering bijwoont met een laptop, komt makkelijk in de verleiding om snel even dat ene mailtje te beantwoorden.

We zijn allemaal in de greep van ‘informatie-obesitas’. De verlokking om nieuwe informatie te produceren of te ontvangen (berichten, updates, mails, nieuws…) is nu eenmaal te verleidelijk. Geen docent of vergadertijger die daarmee concurreren kan.

Ik pleit mezelf niet vrij. Ook tijdens conferenties ging ik me vroeger te makkelijk achter een scherm wegstoppen. Heerlijk efficiënt multitasken, en ik zou ook wel iets meepikken van wat die spreker vooraan zei. Het resultaat was dat ik nauwelijks vragen stelde, minder gesprekken voerde, enorm productief was, en in de vroege avond heel erg koppijn kreeg.

Leerprocessen met en zonder laptop

Mobiele toestellen die urenlang zonder stopcontact kunnen en voortdurend online zijn, vormen een vrij recent fenomeen. Laptops zijn sinds een jaar of tien aanwezig in de collegezaal. We weten dus nog relatief weinig over de impact van die toestellen op een lessituatie.

Volgens mij hebben zulke toestellen op twee niveaus een negatieve impact. Laat me dat even toelichten aan de hand van het momenteel beschikbare onderzoek.

Eerst de impact op het individuele leerproces van de laptopgebruiker. Onderzoek wijst uit dat studenten die notities nemen op een laptop minder van een les meekrijgen, dan studenten die op papier noteren. Ze scoren lager op tests die vlak na de les worden afgenomen. Zelfs wie zelf noteert op papier, maar naast iemand zit met een laptop, scoort minder goed. (Zie de referenties onderaan deze tekst.)

Wat is de verklaring voor dit opmerkelijke fenomeen? Psychologen zien twee redenen.

Eén: wie met de laptop noteert, heeft de neiging om wat de docent zegt letterlijk neer te tikken. Iemand die blind typt kan namelijk op een toetsenbord betrekkelijk goed de spreeksnelheid volgen. Maar wie met de hand noteert, moet keuzes maken. Dat resulteert in een selectief proces. Je brengt structuur aan. Je maakt onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken.

Twee: met de hand schrijven is motorisch meer ingewikkeld dan typen, en dat helpt tijdens het leren. Volgens Paul Kirschner zou de extra bewegingsinformatie een complexer geheugenspoor creëren dan bij het typen.

Dat is de puur verstandelijke kant van de zaak. Maar ook op sociaal niveau is de impact van de laptop nefast.

De sociale impact

Laptops zijn geen notitieboekjes. Het zijn informatiecentra met een enorm debiet. Er zijn amper gebruikers die daarmee zo bewust omspringen, dat ze bij het begin van een les alle mogelijke kanalen voor updates of nieuwtjes uitschakelen.

Het resultaat is dat er tijdens een college voortdurend een aantal mensen in het publiek afwezig zijn. Fysiek zitten ze er wel, maar mentaal zijn ze in een andere ruimte. Die van een nieuwswebsite, bijvoorbeeld. Of van sociale media. Of van een opdracht voor een andere docent.

Dat is niet alleen voor hun eigen concentratie nefast. Er zijn ook altijd twee tot vier studenten in hun buurt, die dat scherm kunnen zien. En die dus het signaal krijgen dat de les blijkbaar best vervelend is. Of toch tenminste dat het leven in wereld buiten de les niet stilstaat, en daar heel wat te beleven valt.

Om die sociale impact te visualiseren, zou je eigenlijk elke laptopgebruiker in je klas denkbeeldig moeten vervangen door een krantenlezer. Niemand slaat zijn krant open tijdens een college, want dat getuigt van weinig belangstelling of respect voor de docent. Waarom zijn we dan zo tolerant voor laptops?

Wat als het niet lukt?

In de eerste week van mijn aankondiging was het al heibel. Dat gebeurde enkel bij de studenten van de hogere jaren, en nooit bij de eerstejaars. Logisch, want zij waren al gewoon geraakt aan het gebruik van een laptop.

De meeste tegenargumenten die ik kreeg waren ondermaats. Sommige studenten noteren makkelijker en beter op een laptop. Meer nog: ze hebben daarmee al goede resultaten behaald. Voor hen is het inderdaad vervelend om opnieuw hun oude techniek op te pikken. Maar onoverkomelijk is het niet.

Bovendien, zo klonk het, kun je papieren notities makkelijk kwijtraken, en digitale notities niet. Gelukkig heeft de mensheid voor dat probleem al eeuwen geleden een vernuftige oplossing gevonden. Ze heet de ringmap.

Maar was het gebruik van een laptop, zo zeiden anderen, niet de eigen verantwoordelijkheid van de student? Het zijn toch volwassenen? En je stoort toch niemand wanneer je multitaskt?

Zoals boven uitgelegd, denk ik dat dit argument geen hout snijdt. Er is wel degelijk een negatieve sociale impact van wie zit te multitasken tijdens een college. Dat is een communicatie tussen een grote groep mensen. Wie zich afzondert, verstoort dat proces.

En ten slotte zouden er ook studenten zijn met bijzondere studienoden (bvb. gehoorproblemen) die  de laptop écht nodig hebben om de les te kunnen volgen.

Alleen dat laatste argument houdt steek. Wanneer je als docent zulke studenten hebt (of wanneer andere studenten echt voet bij stuk houden), kun je daarom een tussenoplossing gebruiken:

  1. Stel een proefperiode in. Ga na afloop met de studenten in gesprek, of ze nog steeds het gevoel hebben dat ze de laptop niet kunnen missen.
  2. Leg voorwaarden op voor laptopgebruikers. Indien sommige studenten blijven insisteren op het gebruik van hun laptop, dan kun je de volgende drie voorwaarden instellen:
    1. Wie de laptop wil gebruiken, installeert de app Freedom, die tijdelijk de toegang tot het internet uitschakelt.
    2. Voor het begin van de les komt de student zijn laptop tonen aan de docent, en geeft aan dat de app gestart werd.
    3. Daarna neemt de student vooraan op de eerste rij plaats.

Een voorspelling

Ik volgde zelf ooit les in een collegezaal van een universiteitsgebouw dat ongeveer veertig jaar geleden was gebouwd. In elk tafeltje bevond zich een asbak. Logisch toch, had men in de jaren 1970 gedacht, want iedereen rookt.

Toen ik er zat, zo’n twintig jaar geleden, mocht je niet meer roken. Maar dat mocht wel in de gangen van de hele universiteit.

Vandaag hoef je niemand meer te overtuigen hoe schadelijk tabak is. Of een overdaad van vet en suiker in je voedsel. Dat zorgt voor kanker, zwaarlijvigheid, hart- en vaatziekten. Als je erbij stilstaat, zijn dat best complexe fenomenen om te begrijpen. Toch moet je in een doorsnee Europees land ver zoeken naar iemand die deze woorden niet kent.

Net zo zal het ook vergaan met de effecten van digitale toestellen op onze concentratie. Meer en meer komt onze mentale gezondheid door zulke toestellen onder druk. En het toenemend besef daarvan zal tot eenvoudige remedies leiden.

Zodra de student van de toekomst de collegezaal betreedt, gaan al zijn digitale toestellen automatisch op vliegtuigmodus. (Net als in de auto, waarschijnlijk.) Technisch is dat nu al perfect mogelijk. De collegezaal van de toekomst is laptopvrij.


Referenties